De toekenning van 15 strafpunten bij inbreuken voor daken van 16m² of groter blijft gelden. Niet-voldoen aan de dakisolatienorm zal dus vanaf 1 januari 2020 nog altijd resulteren in een ongeschiktheid.
Wat wel wijzigt, is dat de woningcontroleur het gebrek ‘dakisolatie’ pas zal kunnen aankruisen wanneer er geen EPC is of wanneer het aanwezige EPC een kengetal vermeldt van minimaal:
- 600 kWh/m² voor open bebouwing
- 550 kWh/m² voor halfopen bebouwing
- 500 kWh/m² voor gesloten bebouwing
- 400 kWh/m² voor een appartement
De dakisolatienorm wordt zo een tweetrapsraket. Eerst zal de woningcontroleur kijken of er een EPC is en zo ja, hoe het kengetal spoort met deze begrenzingen. Als bij een appartement het EPC-kengetal bijvoorbeeld 389 kWh/m² bedraagt, zullen er geen strafpunten worden toegekend.
Pas als er geen EPC is of als het kengetal hoger ligt, gaat de woningcontroleur de dakisolatienorm beoordelen. Hij volgt daarbij de eerder beschreven werkwijze: controle van de R-waarde die op het EPC staat en vervolgens al dan niet visuele vaststelling.
Zo evolueert de dakisolatienorm naar een algemene energieprestatienorm, bestaande uit een EPC-kengetal als algemene indicator van de energieprestatie en een maatregelenpakket.
Concreet betekent dit dat de (mede-)eigenaar/verhuurder meer flexibiliteit krijgt. Ook in de situatie waarbij er in een appartementsgebouw geen dakisolatie aanwezig is en de algemene vergadering niet overgaat tot het plaatsen van dakisolatie, is het perfect mogelijk om alsnog aan de norm te voldoen, met name als het EPC een voldoende laag kengetal vermeldt.